Mijn Lief liet een tattoo zetten in Utrecht en ik ging mee. Tot aan de voordeur van de tattoo shop dan. Want erbij blijven is saai en dan zit je alleen maar in de weg. Tattoos zetten is iets tussen artiest en canvas, daar wil je niet tussen komen. Daarom moest ik een paar uurtjes de tijd zien te doden in het centrum. Gelukkig scheen de zon en had ik er zin in. Ik liep door winkelcentrum Hoog Catharijne en midden in een van de winkelpassages stond een soort pop up winkeltje. Het was niet meer dan een kleine balie met wat flesjes en tubes erop. Er stonden twee jonge mannen bij, absoluut niet ouder dan dertig. De leukste sprak me aan. Hij was de leukste omdat hij gay was, de juiste babbel had en een shirt droeg met Delfts Blauwe luiaards erop. Mijn soort mens, uiteraard.
Doorgaans keur ik dat soort kraampjes geen blik waardig. Als ik wat koop dan doe ik dat met voorbedachte rade en niet omdat een verkoper vindt dat ik het nodig heb. Maar nu had ik tijd en hij humor. Dus gaf ik gehoor aan zijn lokroep.
Hij zag meteen de oorzaak van de droge rode plekjes op mijn gezicht. Stress! Natuurlijk!
“Ben je getrouwd of ben je gelukkig?”
vroeg hij. Ik schoot in de lach, voor hem een duidelijk teken dat hij het in een andere hoek moest zoeken. Ik had natuurlijk een heel druk leven, toch? Ja, dat had ik inderdaad! Wow, hoe wist hij dat?! Dus dáarom had ik stress! En dáarom die droge plekjes! Die droog bleven omdat er geen lucht bij kon. En dat kwam door de laag dode huidcellen die de boel bedekten. Logisch! Die laag moest daarom weg en de crème die hij had kreeg dat voor elkaar. Wat een gelukkig toeval dat ik hem tegengekomen was en wat fijn dat ik eindelijk de oorzaak ontdekt had!
Zoveel jaren alle mogelijke crèmes proberen en smeren en scrubben en het hielp nauwelijks. Voor het leven gedoemd met een te droge huid. Terwijl al die tijd de oplossing gewoon bovenop een blok chique geverfde triplex in Utrecht stond. Voor 75 euro! Alleen die dag. Anders was het 110 euro.
Maar ik was nog niet helemaal overtuigd. Geen nood, hij zou het me laten zien. Op mijn hand. En daarna op mijn wang. Met cirkelende bewegingen smeerde hij doorzichtige gel op mijn huid. Het was volgens de verpakking de meest zachte peeling die er bestond. En verrek, ik zag allemaal witte korreltjes verschijnen. Overduidelijk dode huidcellen. Want toen hij hetzelfde deed op die sjieke triplex balie verscheen er helemaal niks! Tegen zoveel bewijs kon ik niet op.
De prijs was eigenlijk het enige dat me nog tegenhield van een perfect gezonde en gehydrateerde huid. Maar ook daar had hij een antwoord op. Je hoefde de gel namelijk maar één keer per twee weken op te smeren. Dus met die kleine tube deed je makkelijk een jaar lang. Toen ik daarover nadacht wist ik bijna zeker dat één van de blauwe luiaards op zijn shirt vriendelijk naar me knipoogde.
Van heel ver weg
hoorde ik ineens een onderdrukte schreeuw om hulp, krampachtig en heel zacht, maar ik vermoedde dat het de laatste normaal functionerende hersencel in mijn brein was. Ik zei tegen de luiaard dat ik er nog even over na zou denken en later terug zou komen. Nog voor hij iets er tegenin kon brengen rende ik weg, richting een paar bankjes tegenover McDonalds. Daar ging ik zitten en begon online naar reviews over deze wondergel te zoeken. Die vond ik al snel en ze waren niet mals. De zogenaamde dode huidcellen waren een reactie van het product met de huid. En ineens schoot me te binnen dat ik dat al eens eerder gezien had, bij een goedkoop merk glijmiddel. De ingrediëntenlijst van dat glijmiddel en die wondergel bleek opvallend veel overeenkomsten te hebben.
In feite stond ik op het punt om voor 75 euro met glijmiddel op mijn gezicht rond te gaan lopen…
Gòh, bijna bedrogen door iemand ‘van mijn soort’, daar moest ik een Big Mac-menu lang van bijkomen.
Ik heb mijn Lief niet durven bekennen hoe dom en naïef ik die dag was. En een paar dagen later heb ik aan de huisarts mijn gezicht laten zien. De droge plekjes bleken een hardnekkig schimmeltje te zijn. “Was je gezicht alleen met water en smeer deze zalf vier weken lang elke morgen op de plekjes.” zei de huisarts zonder humor en zonder schattig knipogende diertjes op haar doktersjas.
Ik loop nu met een gave, zachte en niet-jeukende huid rond. Niet dankzij goedkoop glijmiddel maar gewoon door water uit de kraan. En ondertussen koester ik die ene verstandige hersencel met alles wat ik in me heb.