Ik rook een vinger
op bijgaande foto. De vinger heb ik zelf gemaakt van siliconen, maar daar gaat het nu even niet om. Zie je hoe natuurlijk ik die vinger vasthoud? Alsof ik al jaren vingers rook. Dat klopt ook, al waren het natuurlijk geen vingers. Maar 20 jaar lang heb ik gerookt. En geblowd. Op mijn 16e begonnen met wiet roken. Vandaag de dag weet ik waarom ik dat zo lang gedaan heb. Om mijn drukke brein het zwijgen op te leggen, uit verveling, of om te vluchten van gebeurtenissen die erom vroegen vergeten te worden maar waarnaar mijn lijf bleef luisteren, vaak onbewust. Ik wilde stoppen met die ongezonde troep, maar wist niet hoe. Dus ging ik naar mijn huisarts. “Ik ben verslaafd.” zei ik. Maar de huisarts vond van niet. “Het is een gewenning.” was zijn conclusie. En daar mocht ik het mee doen. Zonder recept, verwijzing of oplossing terug naar huis. De teleurstelling blowde ik meteen weg.
Oh, ik was heus niet de hele dag stoned hoor.
Althans niet op werkdagen. Op mijn werk was ik nuchter, op die sigaret in de pauze na. Maar als ik ‘s avonds thuis kwam dan wist ik niet hoe snel ik mijn jointje moest rollen. Stel je voor dat ik nuchter mezelf zou moeten vermaken, dat kon echt niet! Ik had ook geen idee hoe. Elke avond kreeg ik dankzij die wiet de meest fantastische ideëen en ieder weekend spendeerde ik aan het niet uitvoeren van die ideëen. Good ol’ times. Denk ik tenminste, want het merendeel van die jaren ben ik vergeten.
Ergens in die 20 jaar ben ik een poosje gestopt.
Ik dacht dat ik eindelijk volwassen geworden was. Ik ging ook heel volwassen doen. Trouwen, bedrijf runnen, hoge hakken dragen, dat soort dingen. Kijk dan hoe verstandig ik eruit zie! Maar uiteindelijk deed dit alles net zoveel pijn als mijn samengeperste tenen in die pumps. Dus rolde ik als vanouds weer mijn dagelijkse jointje. En was ik jaloers op meer en meer vrienden om me heen die moeiteloos gestopt waren, ‘omdat ze het ontgroeid waren.’ Waarom ontgroeide ik het dan niet?
Op een dag
scrolde ik doelloos langs berichten op Facebook. Iemand had het over sterk zijn, of iets in die richting. Ik weet niet meer waar het precies over ging. Maar ik weet wel nog welk commentaar ik gaf op dat bericht: “Ik sla nog geen deuk in een pakje boter.” Daar kreeg ik ook weer commentaar op, van iemand die ik niet kende maar die mijn achterafheld bleek te zijn. “Je zou eens naar deze man moeten gaan, hij weet daar wel raad mee.” Ik zocht meer informatie op over de man, meer uit verveling dan nieuwsgierigheid. De man bleek een sportschool te hebben, en Krav Maga stroomde door zijn aderen. Zijn website gaf aan dat er binnen een paar dagen weer een cursus zelfverdediging zou starten. Op 15 juni 2011. Ik schreef me in, zag dat mijn voorraad wiet, tabak en vloeitjes tegen die tijd op zou zijn en nam me voor om na de cursus langs de coffeeshop te rijden om alles weer aan te vullen. Wel zo makkelijk.
Tijdens die eerste cursusdag kreeg ik de opdracht om weg te komen van Krav Maga-man, terwijl hij bovenop me lag. Ik mocht alles bij hem doen wat in mijn macht lag om hem van me af te krijgen. Maar 100 kilo spieren persten alle lucht uit mijn zwartgerookte longen en binnen een paar seconden was ik zo kapot dat ik simpelweg opgaf en bleef liggen als een afgedankte Barbie. Waarschijnlijk ook met zo’n zelfde kapsel. Het feit dat ik zo snel opgaf raakte me diep. Heel diep. Verraad aan mezelf, zo voelde dat. Wat deed ik mijn lijf aan met die rotzooi…
Ik kan me de rest van de cursus niet eens meer herinneren. Ik ben na afloop rechtstreeks naar huis gereden, nog steeds vol ongeloof over mijn reactie op zijn ‘aanval’. Ik heb daarna nooit meer een coffeeshop van binnen gezien. En heb nooit meer een sigaret aangeraakt. In plaats daarvan schreef ik me de volgende dag in bij de sportschool van Krav Maga-man.
Drie maanden later met vier keer sporten per week vroeg mijn trainer of ik de oefening van de zelfverdedigingscursus nog eens wilde herhalen. Ik stemde toe. Weer die spiermassa bovenop me. Maar dit keer gaf ik niet op. Het lukte me nu ook niet om hem van me af te krijgen. Wat ook niet zo gek is met twee keer mijn eigen lichaamsgewicht aan geweld bovenop me. Maar ik voelde mijn kracht en voelde hoe ik nooit op zou geven. Dus bleef ik doorgaan, steeds doorgaan. Ik bleef trouw aan mezelf en dat bleek mijn ware overwinning.
Oh, en ik beet een stuk uit zijn arm. En dat smaakte beter dan elke joint of sigaret in mijn hele leven ooit gedaan had.
Wat goed dit
Je hebt me dit verhaal in real life verteld. Maar zoals je het schrijft blijft het leuk om te lezen. Keep up the words! I love ‘em 🥰🥰