‘De vijf talen der liefde’ is een boek van Gary Chapman waarin hij uitlegt dat mensen elkaar de liefde verklaren door middel van vijf verschillende ‘talen’. Ik heb het boek niet gelezen want ik vind dat ik genoeg van de liefde weet.
Hoe dan ook, volgens Wikipedia zijn dit de vijf talen waar Gary over schrijft:
1. Complimenten en woorden
2. Dingen samen doen
3. Presentjes geven
4. Klusjes en dingen doen voor de ander
5. Lichamelijke aanraking
Ik ben van de woorden
en de aanraking. Ik schrijf zonder enige moeite anderhalf A4-tje vol waarin ik mijn partner precies uitleg hoeveel ik van hem houd. En eens in de zoveel tijd – niet te vaak uiteraard want dan wordt het ongeloofwaardig – kijk ik naar hem en spreek ik hardop mijn liefde voor hem uit. Iets sporadischer doet hij dat bij mij. En ik voel dat hij het meent, ook al is dat niet zíjn primaire liefdestaal. Misschien voelt het daarom wel zo bijzonder. Gary Chapman heeft daar vast een verklaring voor, maar nogmaals, zijn mening interesseert me niet.
Mijn partner's Moedertaal der Liefde is dingen voor me doen. Ik heb de vraag nog niet gesteld of het is al voor me geregeld. En soms stel ik de vraag niet eens en is de klus geklaard. Dat laatste waardeer ik niet altijd omdat ik van nature graag mijn eigen boontjes dop en dat ook jaren gedaan heb. Ik ben niet anders gewend. Maar ik begrijp zijn bedoeling en hou me in. Meestal.
We hebben allebei de behoefte om af en toe alleen te zijn. Wat onmogelijk is in het kleine huisje waarin we wonen. Maar het gaat eigenlijk altijd goed en ik durf te beweren dat het komt door onze tweede en gezamenlijke liefdestaal: lichamelijke aanraking. De dagelijkse stevige knuffels, de compulsieve kus bij het slapen gaan en ontwaken, de aai over rug, bil of elk lichaamsdeel dat toevallig in de buurt is. Het is de cement die de twee bakstenen die we zijn, stevig bij elkaar houdt.
Maar er is nog een andere reden
waarom ik dat boek van Gary Chapman niet hoef te lezen. Wij hebben namelijk nog een zesde liefdestaal ontwikkeld: De Aanval.
Hier volgt een nimmer complete opsomming aan voorbeelden van die taal:
- Elkaars keel doorsnijden met de snijkant van je hand.
- Je wijsvinger in de open mond steken bij het gapen en vlug weer terugtrekken voordat die mond weer woest dichtklapt (spannend!!).
- Je neus snuiten in een tissue en vervolgens daarmee proberen een denkbeeldige kruimel van de ander zijn wang te vegen.
- Een doeriansnoepje eten en proberen de ander vast te pinnen en te bedwelmen met smerige doerian adem (de stank, DE STANK!! Doerian is gewoon fout fruit, klaar).
- Zo opvallend langzaam mogelijk lopen omdat je weet dat de ander ergens bij moet en wacht tot je eindelijk langs bent. Dit is meteen een wedstrijd: hoe langzaam kan de een lopen en hoeveel geduld heeft de ander?
- De oorlel likken of in de zij kietelen terwijl je de afwas doet en je handen dus niet vrij hebt om je oor droog te vegen of de ander van je af te slaan.
- De knieschijf of ander bottig gedeelte van het lijf liefdevol vastpakken en steeds meer druk uitoefenen totdat het gewoon een kwestie van pijnlijk knijpen is.
- Duim tussen de billen wanneer men bukt, hoppa!
- Een willekeurig voorwerp boven het hoofd houden terwijl de ander bukt en weer omhoog komt en dan het hoofd stoot. Tevens een prachtige combinatie met de eerder genoemde bilduim, mits goed getimed.
Ik durf te zweren
dat er dingen tussen staan die je herkent. Die je zelf doet of die je aangedaan worden. Ik durf te zweren dat de liefdestaal van De Aanval een universele taal is en minstens net zo sterk als die vijf andere talen, zo niet sterker. Gary is het belangrijkste vergeten in dat boek van hem. Het is niet laten zien dat je van de ander houdt. Het is laten zien dat je wéét dat de ander van jou houdt. ‘Ik vertrouw jou zoveel dat ik je kan plagen zonder dat je echt boos wordt, omdat ik weet hoeveel je van me houdt.’ Dat is wat de zesde taal betekent. En mijn Lief en ik spreken deze vloeiend.