Hé meisje!
Waarheidsgehalte: 100% ......Alweer.
Hé meisje!
Psst.
Wanneer je eruit ziet als een jonge vrouw dan ben je gewend om voortdurend op je hoede te zijn in het openbaar. Zodra je de deur van je huis uitstapt ben je daar bewust of iets minder bewust mee bezig. Van zorgeloosheid is meestal geen nooit sprake. Waar loop je? Welke straten vermijd je? Waar fiets je, welke kant kijk je uit, hoe zit je? Noem maar op.
Dit is niet aangeleerd door je ouders die je waarschijnlijk op het hart hebben gedrukt vooral niet met ‘vreemde mannen’ mee te gaan. Maar je bent vanzelf door schade en schande wijs geworden. Gewoon al door naar buiten te gaan. Eerst door jongens - vaak van je eigen leeftijd - en niet veel later ook door mannen.
Hallo, hé…HÉ, ik zei hallo! Hoe heet je?
Kleine jochies roepen het om stoer te doen tegenover hun vriendjes. Kijk mij eens durven! De wat grotere jongens doen het nog steeds om stoer te doen, en als je pech hebt blokkeren ze ook nog eens je route en kun je alleen maar hopen dat het gesar zo snel mogelijk voorbij is. Jij bent alleen, zij zijn met meer en sterker. Angst voert de boventoon. Daaronder zitten nog vernedering, schaamte, woede en machteloosheid in wisselende samenstelling. Terwijl je alleen maar even naar de supermarkt wilde voor een pak melk.
Hé schatje!
Als mannen de deur uitstappen denken ze doorgaans maar aan drie dingen: sleutels, telefoon en portemonnee. Wij hebben nog een vierde gedachte die al in ons hoofd zit nog voordat we onze telefoon grijpen: 'Is mijn plan om veilig thuis te komen goed genoeg?’ Een gedachte die wat minder aandacht krijgt als je midden op de dag wil jagen op dat pak melk, maar soms een serieuze planning nodig heeft wanneer je pas in de avond weer thuis bent. En we doen dit op de automatische piloot, alsof het in onze genen zit. En misschien zit het daar ook wel, inmiddels.
Die ongewenste aandacht die je als vrouw krijgt, dat went nooit.
Het enige dat went is dat je het altijd kan verwachten. En als het geen groepje jongens is, dan is het wel de keurig geklede heer die in zijn eentje langs je loopt en iets ranzigs in het voorbijgaan fluistert. Als vrouw op straat ben je niet op je hoede voor brand, bijtende honden of op hol geslagen auto’s. Maar gewoon voor de helft van de mensheid.
Onlangs ontdekte ik iets. En als jij eruit ziet als een jonge vrouw en dit leest, dan heb ik een piepklein sprankje hoop voor je, heus! Want lees: nu ben ik vijftig. En zo zie ik er ook uit. Ik ben geen ‘fluitmateriaal’ meer. Het is als jochie of puber helemaal niet meer stoer om naar mij te roepen, met als gevolg dat ik grotendeels met rust gelaten wordt. Hier en daar is er nog steeds af en toe een - nóg oudere - man die me in de trein griezelig lang in de gaten houdt en dan een soort van mislukte knipoog produceert met zijn overhangende oogleden, maar opvallend genoeg word ik vandaag de dag meestal heerlijk met rust gelaten.
Let wel: als ik alleen op straat loop, ben ik nog steeds op mijn hoede. Ouderdom beschermt je helaas niet tegen aanranding of verkrachting. Maar het minieme stukje onbezorgdheid dat ik nu in het openbaar ervaar, is van onschatbare waarde. Mijn rimpels en slapper wordende huid zijn een prima prijs die ik betaal voor dat kleine stukje vrijheid. Kan ik tenminste in alle rust proberen om mijn opvliegers te doorstaan.


