Manspreading
Waarheidsgehalte: 100% en wat haat ik dat!
De man zit onderuit gezakt
zodat hij zijn voeten tegen het tussenschot in de trein kan plaatsen. In zijn hand een groot blik bier en op de grond liggen zijn tassen verspreid. De man naast hem heeft niet veel plek meer om een beetje normaal te kunnen zitten, maar hij zegt er niks van. De telefoon van de wijd gespreide man gaat over. Hard en met ouderwetse ringtone. Hij neemt op en zet de telefoon op luidspreker, ook hard. De hele coupé hoort hoe zijn vrouwelijke collega vooral niet geïnformeerd wordt over het feit dat ze luid en duidelijk te verstaan is voor iedereen die er helemaal niks mee te maken heeft en er ook niks mee te maken wíl hebben. Maar we hebben geen keus. Hans legt duidelijk aan haar uit wat ze allang weet en hoe ze dat aan moet pakken. Zijn uitleg bevat een aantal ‘yo’s’, 'benchmarks' en ‘commitments’. Vooral de yo’s klinken heel vreemd voor iemand van zijn leeftijd. Ik durf daarom het topje van mijn pink erom te verwedden dat de collega aan de andere kant van de lijn minimaal vijfentwintig jaar jonger is dan Hans.
Ik erger me dood.
Zijn schoenen tegen dat schot, de onnodige hoeveelheid ruimte die hij inneemt, het feit dat collega Tanja niet doorheeft dat iedereen haar hoort. Zijn gebral over hun Hands On Game Plan is standaard gedrag voor veel witte mannen van middelbare leeftijd die thuis eigenlijk niets te zeggen hebben. Zo standaard, dat dát het minste is waar ik me aan erger.
Maar ik kan er niets van zeggen. Want ik weet niet of ik Hans nog vaker tegen zal komen op dit treintraject en als vrouw alleen kan ik het me niet permiteren om een man boos te maken. Of zijn aandacht op mij te vestigen. Op mijn kiezen bijten dan maar…
Het eerstvolgende station wordt omgeroepen en Hans staat op. Hij pakt zijn spullen en gaat aan de andere kant van het schot staan, wachtend bij de deuren. Het lege blik bier laat hij achter op de plek waar hij heeft gezeten. En dat is voor mij de druppel.
“Hallo!” roep ik ferm.
“HALLO MENEER!” heel wat luider nu, maar met mijn meest vriendelijke stem. Hans kijkt eindelijk om. “U vergeet iets!” en ik wijs naar het blik in de hoek. De hele coupé kijkt toe en daarvan is Hans zich absoluut bewust. Dus kan hij niets anders dan ‘oh, sorry’ mompelen terwijl hij het blik in de afvalbak gooit. Snel wendt hij zijn gezicht af en kruipt wat dichter tegen de deuren van de trein.
De man die al die tijd door Hans in de verdrukking heeft gezeten vangt mijn blik en glimlacht naar me. Ik glimlach terug en probeer daarna mijn gezicht in een neutrale plooi te houden.
Dat lukt, maar van binnen voel ik me een viking die zojuist het voorhuidje van de vijand afgesneden heeft en nu als overwinningstrofee om haar vinger draagt.



Geen leuke ervaring maar met als voordeel dat je daarna weer een geweldig verhaaltje kon schrijven! Ik zou trouwens dezelfde ergernissen hebben gehad.
Beelddenker ✅😆 En same here; bloedhekel aan!