Ik ben aan het herstellen van een operatie. Dubbele liesbreuk, niets ernstigs. Ik genees voorspoedig en luister naar mijn lichaam. Dat lichaam zeurde al drie dagen om ingeblikte gehaktballetjes in satésaus van een bekend merk. Het is een afschuwelijk product. Een soort van gehakt in een soort van saus. Als je het blik opentrekt dan drijft er olie bovenop bruine smurrie. Ook na het opwarmen en doorroeren zie je gewoon dat die olie zo snel mogelijk weg wil uit die toestand, uit schaamte waarschijnlijk.
Die snackballetjes in satésaus zijn ongezond, ondefinieerbaar en onwaardig. Maar voor mij is het Van Vroeger. Uit de tijd dat ik te stoned - en daardoor vaak te lui - was om fatsoenlijk eten voor mezelf op tafel te zetten. Maar ik had een leuke baan, een betaalbare huur en als vrijgezel belangrijker dingen te doen dan gezond koken. Die modder van satésaus over die balletjes met hun structuur van huilende varkens kerfden op die manier een gelukzalig spoor in het DNA van mijn ziel.
Ik eet ze al jaren niet meer,
daarvoor respecteer ik mezelf echt te veel. Maar gisteren hield ik het niet meer uit – mijn lichaam had dit nodig om goed te herstellen, heus! - en stuurde mijn liefste naar de supermarkt met de belofte dat ik hem heus wel zou laten leven als de balletjes onverhoopt niet voorradig waren. Maar dreigen was in feite niet nodig, want hij heeft me vaker vlak na een operatie meegemaakt en snapt precies het belang van zo’n specifieke voedsel missie.
Toen kreeg ik een appje van hem, met een afbeelding van het rek met ingeblikte smurrie: geen snackballetjes! Ook niet die in tomatensaus, wat destijds mijn back-up variant was. Er was niet eens een leeg schap te vinden waar ze zouden moeten staan. In plaats daarvan was het hele rek gevuld met de vegetarische variant. En toen maakte ik de grootste fout ooit door te zeggen dat ie dan maar zo’n vegablik moest kopen.
Mijn redenatie was logisch:
ik eet sowieso al voornamelijk vegetarisch en ben onvlees gewend, ik gokte daarom dat hoogstens de structuur van de balletjes niet hetzelfde zou zijn. De smaak van de balletjes was niet belangrijk, want de satésaus zou immers hetzelfde zijn en de tekortkoming van de balletjes bedekken met de mantel der pindaliefde. En daarbij is de vegetarische variant van de erwtensoep van datzelfde merk uitstekend te doen, vind ik. Dus hoe mis kan het gaan, toch?
Heel.
Erg.
Mis.
Balletjes gerold uit lauw kaarsvet. En van de satésaus begonnen spontaan mijn hechtingen te huilen. Ik voelde mijn ziel op de knieën zakken om met een bot scheermesje dat stukje gelukzaligheid van vroeger eruit te snijden en voor altijd te laten verdwijnen in het afvoerputje van mijn leven.
Hoe durven ze? Mijn standaard is al zo walgelijk laag, hoe krijgt de producent het voor elkaar om daar nog zó ver onder te gaan zitten met deze duivelse diarree?
Het is inmiddels langer dan 24 uur geleden dat ik die troep geproefd heb, en ik ben nog steeds in rouw.
Vroeger was echt alles beter. Zelfs de smerigste rommel was beter dan de walgelijke troep van nu. Waar gaat het heen met deze wereld? Ik klaag!
En ik zie dit nooit meer goed komen.
Tijdens onze pubertijd aten mijn zus en ik op vakantie de hele zomer boom boom ijsjes. Meerdere zomers achtereen. Een chemisch rood laagje om iets wat door moest gaan voor aardbeienroomijs, met een kauwgomstokje gewikkeld in taai blauw plastick.
Toen mijn zus enige jaren terug aan haar amandelen geopereerd was deed ik de ultieme zusterliefde-daad en reed met de auto naar Duitsland.
Ik kocht zo veel boom boom ijsjes als ik kon vinden, waarvoor ik 3 supermarkten leegkocht en toog huiswaarts met een voorraad ijs waar je akelig van werd.
Aan het bed, een ijsje etent… kwamen we tot dezelfde dit-is-bal-conclusie als jij deed. Niet lekker. Chemisch. En weer een kinderdroom aan gort. Iedere 7 jaar veranderd je smaak.
Ook in ballen en ijsjes dus…
Ik voel met je mee... want wat is een leven zonder satésaus! Voortaan misschien een paar kleine potjes zelfgemaakte satésaus in de diepvries bewaren voor noodgevallen zoals deze.